Kolgans
Een soort van Anser Wetenschappelijke naam : Anser albifrons Genus : Anser
Kolgans, Een soort van Anser
Botanische naam: Anser albifrons
Genus: Anser
Beschrijvingen
Qua uiterlijk doet de kolgans sterk denken aan de grauwe gans, maar hij is iets kleiner. Opvallend is zijn kol: een grote witte vlek rond zijn snavel. De snavel van de kolgans is niet oranje maar roze. Volwassen kolganzen hebben zwarte, onregelmatig gevormde strepen op de borst. Deze soort bestaat uit vijf verschillende ondersoorten, namelijk de Europese kolgans (A. a. albifrons), de Groenlandse kolgans (A. a. flavirostris), A. a. frontalis, A. a. gambeli en de Tule Kolgans (A. a. elgasi). Het geluid van de kolgans lijkt op afstand een beetje op het bekende gak-gak geluid van de boerengans (en grauwe gans), maar klinkt wat hoger, niet zo rauw en met muzikale tonen, klarinetachtig.
Grootte
66-86 cm (26-34 in)
Kleuren
Bruin
Zwart
Grijs
Wit
Oranje
Levensverwachting
18 jaar
Nestlocatie
Grond
Nestgrootte
1 - 8 eieren
Incubatieperiode
1 broedsel
Aantal broedsels
22 - 27 days
Nestperiode
1 - 2 days
Voedingsgewoonten
Meestal plantmateriaal
Habitat
Moerassen, weilanden, velden, meren, baaien; toendra in de zomer
Soort voeding
Herbivoor
Mensen Vragen Vaak
Migratieoverzicht
Middencontinentale ganzen met witte voorkant in Noord-Amerika hebben veel broedgebieden en elke groep in elk broedgebied verschilt qua migratietijd en overwinteringslocatie. Er zijn zes broedgebieden, waaronder Alaska, de North Slope of Alaska, Western Northwest Territories, Western Nunavut, Central Nunavut en Eastern Nunavut. Deze ruimtelijke verschillen leiden tot verschillende vertrektijden voor witkopganzen die hun broedgebieden verlaten. Vogels uit het binnenland van Alaska beginnen eerder in de herfst te migreren en vliegen verder van het zuiden naar de winter. Vanwege hun migratie worden ganzen met witte voorkant vaak gezocht door watervogelsjagers in het hele land.
Algemene Informatie
Gedrag
De kolgans keert elke winter naar vaste plaatsen terug. Hij broedt in Groenland en het noorden van Rusland. In de maanden november tot en met maart verblijft de vogel in groten getale in de Lage Landen met name in Friesland, het rivierengebied, Zeeland en West-Vlaanderen (het natuurgebied het Zwin en de Oostkustpolders). Kolganzen komen vaak voor in gemengde groepen met grauwe ganzen, brandganzen en rietganzen. De kolgans is zoals alle ganzen een levendige vogel. In groepen op weilanden grazende ganzen zijn voortdurend interacties tussen individuen waar te nemen.
Distributie Gebied
Sinds de jaren 1980 broeden er op bescheiden schaal kolganzen in o.a. Friesland en het rivierengebied. Rond 1997 werd dit aantal geschat op 125 paren. De Europese kolgans (A. a. albifrons) is zeker sinds 1900 een talrijke wintergast. Sommige komen al in oktober, de meeste arriveren in de loop van november en zij trekken in februari-maart weer naar het noorden. Tellingen zijn er sinds de jaren 1960. Tussen 1960 en 1995 is het aantal overwinteraars toegenomen van 50.000 naar 470.000 (gemiddelde groei 6,6% per jaar). Dit aantal stijgt nog steeds, maar met minder dan 5% per jaar. In de Oostkustpolders (West-Vlaanderen) was het aantal overwinterende kolganzen tussen 1996 en 2006 praktisch constant en werd geschat op 25.000 exemplaren.
Soort Status
Niet wereldwijd bedreigd.
Scientific Classification
Phylum
Chordadieren Klasse
Vogels Classificatie
Eendvogels Familie
Ganzen en zwanen Genus
Anser Species
Kolgans