Robijnkeelkolibrie
Een soort van Archilochus Wetenschappelijke naam : Archilochus colubris Genus : Archilochus
Robijnkeelkolibrie, Een soort van Archilochus
Botanische naam: Archilochus colubris
Genus: Archilochus
Photo By silversea_starsong , used under CC-BY-NC-4.0 /Cropped and compressed from original 
Beschrijvingen
De robijnkeelkolibrie weegt circa 3 g en kan tot 9 cm groot worden. De rug van de vogels is iriserend groen en de buik is lichtbruin. De mannetjes hebben een felrode keel en de vrouwtjes zijn minder fel van kleur. 
Grootte
7 - 9 cm
Nestlocatie
Boom
Nestgrootte
1 - 3 eieren
Incubatieperiode
1 - 2 broedsels
Aantal broedsels
12 - 14 days
Nestperiode
18 - 22 days
Voedingsgewoonten
Nectar van bloemen en bloeiende bomen, evenals kleine insecten en spinnen, vormen het belangrijkste voedsel. Hoewel het bekend is dat kolibries zich voeden met nectar, zijn kleine geleedpotigen een belangrijk brononderdeel van eiwitten, mineralen en vitamines in het dieet van volwassen kolibries. Hun dieet kan ook af en toe suikerrijk boomsap bevatten dat uit sapsucker-putten wordt gehaald.
Habitat
De broedhabitat bevindt zich in het grootste deel van het oosten van de Verenigde Staten en in het zuiden, midden en zuidoosten van Canada in loof- en dennenbossen en bosranden, boomgaarden en tuinen. Het vrouwtje bouwt een nest op een beschermde plek in een struik of boom. Van alle kolibries in de Verenigde Staten heeft deze soort het grootste broedbereik.
Soort voeding
Nectivoor
Mensen Vragen Vaak
Migratieoverzicht
De robijnkeelkolibrie is een trekvogel en brengt het grootste deel van de winter door in Florida, het zuiden van Mexico en Midden-Amerika, zo ver naar het zuiden als het uiterste westen van Panama en West-Indië. Tijdens de migratie beginnen sommige vogels aan een non-stop reis van 900 mijl over de Golf van Mexico en het Caribisch gebied van Panama of Mexico naar het oosten van de Verenigde Staten.
Algemene Informatie
Gedrag
De vogel voedt zich met nectar en met het sap van bomen waarin sapspechten gaten hebben geboord en tevens met de insecten die ook op deze sappen afkomen. Het is dankzij de specht dat deze kolibriesoort een zo noordelijke verspreiding heeft. In het noordelijkste deel van hun verspreidingsgebied zou het bloeiseizoen namelijk niet voldoende lang zijn om de kolibrie in staat te stellen een nest jongen groot te brengen, maar dankzij de gaten die de spechten hebben geboord, waaruit suikerhoudend sap stroomt, beschikken de kolibries daar al een paar weken voor het begin van de bloeitijd over voldoende voedsel.
Distributie Gebied
Deze soort trekt elk jaar vanuit Midden-Amerika helemaal naar Canada over een afstand van meer dan 3000 km. Sommige vogels maken daarbij een non-stopvlucht van 850 km over de Golf van Mexico.
Scientific Classification
Phylum
Chordadieren Klasse
Vogels Classificatie
Apodiformes Familie
Kolibries Genus
Archilochus Species
Robijnkeelkolibrie 
AI-ornitholoog in uw broekzak
Scan de QR-code om te downloaden
