Steenuil
Een soort van Athene Wetenschappelijke naam : Athene noctua Genus : Athene
Steenuil, Een soort van Athene
Botanische naam: Athene noctua
Genus: Athene
Beschrijvingen
De steenuil is een kleine gedrongen uil van ongeveer 21 tot 27 cm lang en met een spanwijdte van ongeveer 55 cm. De bovenzijde is bruingrijs, dicht witgevlekt en -gestreept. De onderzijde is lichtgrijs met donkere brede strepen. De steenuil heeft een onduidelijke sluier en een afgeplatte, brede kop met gele ogen. In de vlucht vertoont de bovenzijde witte druppelvormige vlekken. De vleugels zijn kort en rond. De staart is kort. De vlucht is golvend als die van een specht. De steenuil is op de dwerguil na de kleinste uil in de Benelux. Het mannetje wordt ongeveer 180 gram, het vrouwtje wordt 200 gram.
Grootte
23 cm
Levensverwachting
16 jaar
Nestlocatie
Holte
Voedingsgewoonten
Het voedsel van de steenuil is aangepast aan zijn grootte: hij vangt wel muizen als hij kan, maar ook veel regenwormen, kevers en andere insecten en kikkers of jonge vogels. Soms verrast de steenuil prooien die relatief groot zijn ten opzichte van zijn eigen formaat, zoals ratten. Hij heeft verschillende jachttechnieken, zoals observeren vanaf een paaltje, over de grond lopen en rennen of jagen vanuit een lage vlucht.
Habitat
Dit is een sedentaire soort die wordt aangetroffen in het open landschap in een groot aantal habitats. Deze omvatten landbouwgrond met hagen en bomen, boomgaarden, bosbermen, parken en tuinen, maar ook steppen en steenachtige halfwoestijnen. Het is ook aanwezig in boomloze gebieden zoals duinen, en in de buurt van ruïnes, steengroeven en rotspartijen.
Soort voeding
Carnivoor
Mensen Vragen Vaak
Algemene Informatie
Gedrag
De steenuil leeft solitair. Hij zit - ook overdag - veel op daken, telegraafpalen, in een knotwilg of op een weidepaaltje en wipt en buigt bij verstoring. De vogel wordt dankzij zijn kleine formaat weinig opgemerkt. Hij maakt wel veel lawaai, met name van oktober tot februari is zijn roep vaak te horen. Deze bestaat uit een schel en fluitend 'kieuw-kieuw', 'koewiet' of 'kwief'. Bij het nest klinkt de roep als 'kiff, kiff' of 'kef, kef'. De zittende vogel roept een langgerekt 'hoe.....k', dat gemakkelijk is na te bootsen, waarop de partner antwoordt, vooral in de schemering.
Distributie Gebied
De steenuil is een broedvogel en standvogel in een groot deel van Europa, Noord-Afrika en Midden-Azië. De soort telt dertien ondersoorten met elk een eigen verspreidingsgebied. A. n. noctua (Scopoli, 1769): van centraal, zuidelijk en zuidoostelijk Europa tot noordwestelijk Rusland. A. n. bactriana (Blyth, 1847): van Irak en Azerbeidzjan tot Pakistan en noordwestelijk India. A. n. glaux (Savigny, 1809): van de kust van noordelijk Afrika tot zuidwestelijk Israël. A. n. impasta (Bangs & Peters, 1928): het westelijke deel van Centraal-China. A. n. indigena (Brehm, 1855): van Roemenië tot Griekenland via Oekraïne en Turkije tot zuidelijk Rusland. A. n. lilith (Hartert, 1913): van Cyprus, zuidelijk Turkije tot Irak en Sinaï (Egypte). A. n. ludlowi (Baker, 1924): de Himalaya. A. n. orientalis (Severetzov, 1873): noordoostelijk Kazachstan en noordwestelijk China. A. n. plumipes (Swinhoe, 1870): Mongolië, het zuidelijke deel van Centraal-Siberië en noordoostelijk China. A. n. saharae (Kleinschmidt, 1909): van Marokko tot westelijk Egypte en centraal Arabië. A. n. somaliensis (Reichenow, 1905): oostelijk Ethiopië en Somalië. A. n. spilogastra (von Heuglin, 1863): oostelijk Soedan, Eritrea en noordoostelijk Ethiopië. A. n. vidalii (Brehm 1857): westelijk Europa. De steenuil geeft de voorkeur aan een landschap met weilanden, knotwilgen, fruitbomen en oude schuurtjes. In bloemrijke weilanden kan hij veel muizen en wormen vinden. Knotwilgen, fruitbomen en schuurtjes hebben dikwijls plaatsen die geschikt zijn om te nestelen. Hagen en houtwallen bieden veel schuilgelegenheid.
Soort Status
Niet wereldwijd bedreigd.