Kokmeeuw
Een soort van Chroicocephalus Wetenschappelijke naam : Chroicocephalus ridibundus Genus : Chroicocephalus
Kokmeeuw, Een soort van Chroicocephalus
Botanische naam: Chroicocephalus ridibundus
Genus: Chroicocephalus
Photo By hedera.baltica , used under CC-BY-SA-2.0 /Cropped and compressed from original
Beschrijvingen
De kokmeeuw is een meeuwensoort die in Nederland vooral in natte gebieden veel voorkomt. In de winter heeft deze meeuw een duidelijk herkenbare donkere band om zijn kop die enigszins doet denken aan een koptelefoon. Hoewel de kokmeeuw in het Engels "black-headed gull" heet, is zijn kop in de zomer niet zwart, maar bruin. Hij eet vooral dierlijk voedsel, wat hij ook van andere dieren steelt. In de winter komt veel van zijn voedsel bij de mens vandaan.
Grootte
38 - 44 cm
Nestlocatie
Grond
Nestgrootte
1 - 4 eieren
Voedingsgewoonten
Het zijn alleseters, die zich vooral voeden met larven, slakken en wormen, die ze vinden op wei- en bouwland. Ze eten ook visjes, vogeleieren, muizen en kleine vogeltjes. Ze scharrelen tussen drijvend afval en komen af op mensen die de eendjes komen voederen. Veel kokmeeuwen houden zich er ook mee bezig om al vliegend insecten te vangen. Graag lopen ze mee met het eerste opkomende water, terwijl ze uitkijken naar sporen van bodemdieren, die door het vloedwater weer tot actie komen. In iets dieper water zwemmen ze ook vaak rond, ondertussen uitkijkend naar al het eetbare dat het waagt onder ze door te zwemmen. Een andere leuke zoektechniek is het sliktrappelen. Daarbij trappelen ze regelmatig met beide poten en ze verplaatsen zich langzaam achterwaarts. Daardoor wordt er onder de zwemvliezen water en slik opgewerveld. Het gevolg hiervan is dan weer dat er grote aantallen kleine schelpdieren worden blootgewoeld. Er zijn ook veel kokmeeuwen die zich bezighouden met piraterij: ze stelen wormen van steltlopers. Die kunnen een dik exemplaar niet snel genoeg naar binnen werken en trekken weleens het langste tegenover een kokmeeuw. Kokmeeuwen maken het sterns ook weleens moeilijk, als die visjes aanvoeren voor hun jongen of partner op het nest. In de lucht heeft hun piraterij meestal weinig succes, maar omdat de sterns altijd naar de grond moeten komen, krijgt de meeuw die vasthoudend is uiteindelijk toch wel zijn visje. Na het eten van insecten, vormen de meeuwen braakballen om de pantsers te kunnen verwijderen.
Soort voeding
Omnivoor
Mensen Vragen Vaak
Algemene Informatie
Gedrag
Wat baltsen en gedrag betreft zijn kokmeeuwen dankbare onderzoeksobjecten. Dat komt mede door hun grote aantallen en hun geringe schuwheid. In het voorjaar gaan de meeuwen op zoek naar een partner. De mannetjes hebben elk een eigen paarvormingterritorium waar ze de aandacht van voorbijvliegende kokmeeuwen proberen te trekken. Mannetjes besteden daar geen aandacht aan, maar vrouwtjes willen weleens landen. De eerste toenaderingspogingen komen echter maar moeizaam op gang omdat de meeuwen erg agressief zijn tegenover elkaar. Ze bewaren altijd een ruime onderlinge afstand. Wordt deze afstand te klein, dan neemt een van de dieren een dreigende houding aan, met een laag naar voren gestrekte hals. Op dat moment kan het tot een gevecht komen en dan slaat het vrouwtje vaak op de vlucht. Als hij echter nader kennis wenst te maken, komt hij met een verzoenend gebaar. Daarbij draait hij het zwart van zijn kop weg van de andere. Die kan daarop antwoorden met eenzelfde beweging. Deze vredestichtende beweging zien we bij een jong paar steeds weer. Het is ook goed mogelijk dat hij zijn woede dan afreageert op omstanders of dat hij aan een pol gras trekt om te kalmeren. Het gevolg is dat de neiging om voor elkaar te vluchten of om elkaar aan te vallen steeds weer wordt verdrongen. Na een tijdje zijn de vogels dan volkomen aan elkaar gewend. Daarna duurt het niet meer lang voor ze paren. Een ander verzoenend gebaar lijkt veel op de dreigende houding. Maar mannetje en wijfje staan daarbij evenwijdig en met de snavel omhoog. De kokmeeuw gebruikt nog twee andere houdingen om te dreigen: nek rechtop en snavel omlaag en snavel recht vooruit gecombineerd met een bepaalde roep. Deze twee houdingen worden algemeen geapprecieerd als dreigend. Als ze hun nek echter rechtopzetten en daarbij hun snavel omhoog houden, dan weet elke meeuw dat die andere bang is en meestal zal zijn agressie dan afgeremd worden. De kokmeeuw slaakt ook dikwijls een juichroep, een dreigen op afstand. Zijn agressieve bedoelingen zijn dan ook af te lezen uit zijn iets geheven vleugels. Zoals alle andere dieren respecteert de kokmeeuw een individuele afstand met zijn soortgenoten. Bij deze vogels bedraagt die afstand ongeveer 30 centimeter. Wat ook opvalt, is dat er sommige vogelsoorten zijn die weten te profiteren van de agressiviteit van een kokmeeuwkolonie. Zo zijn er verhalen van geoorde futen die jaar na jaar verhuizen om maar in de buurt van een kolonie te kunnen blijven. De agressieve kokmeeuwen kunnen hen dan beschermen tegen roofdieren.
Distributie Gebied
In Europa, en vooral in het binnenland, zijn ze de meest voorkomende meeuwensoort en daarmee ook de meest bekende. Kokmeeuwen zijn broedvogels aan voedselrijke binnenwateren van IJsland tot Kamtsjatka. De vogel verspreidt zich in de winter naar het Middellandse Zeegebied, de Rode Zee, Perzische Golf, kusten van India, China en Japan. Ze broeden zowel nabij de zee als op eilandjes in zoet water. Buiten de broedtijd verschijnen kokmeeuwen aan alle wateren en voedselrijke gebieden, langs de kust en in de bewoonde wereld, zoals vuilnisbelten, zuiveringsinstallaties, havens en in parken met vijvers. Daar foerageren ze op zandige zeekusten, zilte modderige strandweiden en vochtige graslanden. Het is een gedeeltelijke trekvogel en in Noordwest-Europa ook een wintergast. In Zuid-Europa komt hij alleen als wintergast voor, in de zomer zie je hem daar niet. Het zijn namelijk grotendeels trekvogels. Onze ‘wintermeeuwen’ trekken in de lente verder naar het noorden, waar ze broeden. Onze ‘zomermeeuwen’ komen daarna terug vanuit het zuiden. Die trek loopt ongeveer van november tot februari. Oorspronkelijk is deze meeuw een typische binnenlander. Maar omdat hij zich, wat het vergaren van zijn kostje en het vinden van broedgebieden betreft, goed heeft kunnen schikken in de schaarse ruimten die ons cultuurpatroon hem heeft gelaten, is het hem zo voor de wind gegaan en hij is zo in aantal toegenomen, dat gebiedsuitbreiding tot in de zilte streken noodzakelijk bleek te zijn. En ook daar gaat het hem bijzonder goed.
Photo By hedera.baltica , used under CC-BY-SA-2.0 /Cropped and compressed from original
Scientific Classification
Phylum
Chordadieren Klasse
Vogels Classificatie
Charadriiformes Familie
Sterns en schaarbekken Genus
Chroicocephalus Species
Kokmeeuw