Gewone vampier
Een soort van Desmodus Wetenschappelijke naam : Desmodus rotundus Genus : Desmodus
Gewone vampier, Een soort van Desmodus
Botanische naam: Desmodus rotundus
Genus: Desmodus
Beschrijvingen
De gewone vampier heeft een effen bruingrijze vacht met een zilveren tot oranjerode glans. Deze vacht bestaat uit korte, stijve haren. De buik is veel lichter van kleur, grijzig wit tot beige. De oren zijn groot en driehoekig. De ogen zijn eveneens vrij groot voor een vleermuis. De neus is zeer plat en kort, waardoor deze niet in de weg zit bij het bloed drinken. Rond de neusgaten zitten twee neusbladen, de binnenste in de vorm van een M, de buitenste in de vorm van een omgedraaide U. De vleugels zijn kort en breed, met sterk gebouwde voorpoten en een vrij lange duim. De achterpoten zijn eveneens lang en sterk. De gewone vampier heeft zo'n twintig tanden, waarvan vooral de bovenste snijtanden goed zijn ontwikkeld. Hij heeft bovenaan twee snijtanden, twee hoektanden, twee voorkiezen en twee kiezen. Onderaan heeft hij vier snijtanden, twee hoektanden, twee voorkiezen en vier kiezen. De tong is zo'n twee centimeter lang en cilindervormig. De gewone vampier wordt zeven tot negen centimeter lang en 18 tot 45 gram zwaar. De spanwijdte bedraagt zo'n 35 centimeter. Het staartje is ongeveer 6,5 centimeter lang.
Grootte
9 cm
Nestlocatie
Holte
Voedingsgewoonten
In de avond worden de dieren actief. Ze leven van het bloed van warmbloedige dieren: voornamelijk middelgrote en grote zoogdieren als tapirs, pekari's, herten, capibara's, agoeti's, apen, eekhoorns en zelfs zeeleeuwen. De favoriete prooidieren zijn echter vee als runderen, paarden, ezels, geiten en varkens. Mensen zijn geen favoriete prooi, maar kunnen ook worden aangevallen. Anders dan de andere vampiervleermuizen voedt de gewone vampier zich minder met vogelbloed. Ze vinden prooidieren dankzij de reukzin en het gehoor. Ze landen vlak bij hun prooi en sluipen naar de prooi toe. Met warmtezintuigen op zijn neusblad zoekt de vampier naar gebieden waar bloedvaten dicht bij het huidoppervlak liggen. Dit kunnen ze op een afstand van zo'n vijftien centimeter waarnemen. Eerst verwijderen ze haren of veren die in de weg zitten, waarna ze met de dunne, scherpe, mesvormige bovenste snijtanden een wondje van drie millimeter in de huid van hun prooidier bijten. Met de onderste snijtanden wordt ondertussen de huid vastgehouden. Met de tong likken ze uit de wond stromend bloed op. Het speeksel is stollingsremmend, waardoor ze tien tot veertig minuten kunnen drinken zonder dat het bloed stolt. In een half uur kunnen ze zo ongeveer 25 milliliter aan bloed binnenkrijgen. Vampiervleermuizen kunnen op deze manier in één nacht de helft van hun lichaamsgewicht aan voedsel binnenkrijgen. Soms zijn de dieren daardoor zo zwaar dat ze niet meer kunnen wegvliegen. Een slapend prooidier merkt zelden iets van de vleermuis. De wond doet ook geen pijn en het eventuele bloedverlies is te weinig om ernstige bijwerkingen te hebben. Wel kunnen vampiers op deze manier ziekten als hondsdolheid verspreiden. Als het prooidier echter wakker is, zal de aanval zelden slagen. De slagingskans is leeftijdsafhankelijk. Jonge dieren van één à twee jaar oud slagen een op de drie keer, oudere dieren negen van de tien keer. Jonge vleermuizen vergezellen daarom soms hun moeder en drinken van dezelfde wond als de moeder. Enkel vrouwtjes uit dezelfde kolonie voeden zich in aangrenzende gebieden. Vreemdelingen worden weggejaagd. Meestal voedt zich één vampier per prooidier, maar het komt voor dat meerdere vleermuizen zich voeden van dezelfde wond.
Habitat
De gewone vampier komt voor in delen van Mexico, Midden-Amerika en Zuid-Amerika. Ze zijn te vinden in het noorden tot 280 kilometer (170 mijl) ten zuiden van de grens tussen Mexico en de Verenigde Staten. Fossielen van deze soort zijn gevonden in Florida en staten die grenzen aan Mexico. De gewone vampier is de meest voorkomende vleermuissoort in het zuidoosten van Brazilië. De zuidelijke omvang van het assortiment is Uruguay, Noord-Argentinië en centraal Chili. In West-Indië is de vleermuis alleen te vinden op Trinidad. Hij geeft de voorkeur aan warme en vochtige klimaten en gebruikt tropische en subtropische bossen en open graslanden om te foerageren. Vleermuizen nestelen zich in bomen, grotten, verlaten gebouwen, oude putten en mijnen. Vampiervleermuizen slapen met ongeveer 45 andere vleermuissoorten en zijn over het algemeen het meest dominant op rustplaatsen. Ze bezetten de donkerste en hoogste plaatsen in de slaapplaatsen; wanneer ze vertrekken, trekken andere vleermuissoorten naar binnen om deze vrijgekomen plekken over te nemen.
Soort voeding
Carnivoor
Algemene Informatie
Gedrag
Vampiers leven in kolonies van soms wel tweeduizend dieren, maar meestal bestaan ze uit twintig tot honderd vleermuizen. Soms zijn ook andere vleermuissoorten te vinden in deze kolonies. Deze kolonies zijn vaak onderverdeeld in subkolonies van acht tot twintig meestal aan elkaar verwante vrouwtjes, die meestal meerdere jaren met elkaar samenleven, en hun jongen. Ook onverwante mannetjes en vrouwtjes leven in deze subkolonie. Ze rusten overdag gezamenlijk op een vaste roestplaats als een holle boom, een grot, een mijntunnel, een oud gebouw of onder een brug. De dieren in een subkolonie verzorgen elkaars vacht. Met lage, voor mensen waarneembare geluiden houden dieren sociaal contact. Moeders herkennen onder andere hun jongen aan het geluid dat ze produceren. De gewone vampier kent een bijzondere vorm van altruïsme. Een vampier deelt namelijk het gegeten bloed met andere, hongerige koloniegenoten. Een hongerige vampier likt aan de lippen van een koloniegenoot, waarop deze voorverteerd bloed kan uitbraken. Een vampier die goed gegeten heeft, is te herkennen aan een dikkere buik. De gewone vampier deelt gewoonlijk zijn bloed enkel met verwante vrouwtjes en dieren die al geruime tijd met elkaar samenleven, en zich door middel van vachtverzorging hebben bewezen een goede vriend te zijn. Op deze manier zullen hongerige dieren niet sterven, aangezien een vampier dood zal gaan als deze langer dan 60 uur zonder voedsel heeft gezeten. Zo worden echter ook ziekten als hondsdolheid snel verspreid in een kolonie, waardoor populaties periodiek gedecimeerd kunnen worden. Meestal bewoont slechts één dominant mannetje de kolonie. Andere mannetjes leven in groepjes van 10 dieren, bestaande uit alleen niet-verwante dieren, die zich niet ver van de kolonie ophouden. Mannetjes vechten met het dominante mannetje om met de vrouwtjes te kunnen paren. Gemiddeld is het dominante mannetje de vader van ongeveer de helft van alle jongen in een kolonie. Hij blijft gemiddeld 2 jaar aan de macht.
Distributie Gebied
De gewone vampier leeft in het grootste deel van Latijns-Amerika, van Mexico tot Uruguay, Paraguay, Noord-Argentinië en Noord-Chili. Hij is ook te vinden op Trinidad en Isla Margarita. Hij leeft voornamelijk in tropische en subtropische wouden, landbouwgebieden, beboste savannen en zelfs kustwoestijnen, tot op 3800 meter hoogte in Peru. Fossiele vondsten tonen aan dat er vroeger ook een verwante soort, Desmodus puntajudensis, op Cuba voorkwam.
Scientific Classification
Phylum
Chordadieren Klasse
Zoogdieren Classificatie
Vleermuizen Genus
Desmodus Species
Gewone vampier