Kleine Zilverreiger
Een soort van Egretta Wetenschappelijke naam : Egretta garzetta Genus : Egretta
Kleine Zilverreiger, Een soort van Egretta
Botanische naam: Egretta garzetta
Genus: Egretta
Photo By Gioxe , used under CC-BY-SA-4.0 /Cropped and compressed from original
Beschrijvingen
De kleine zilverreiger zit qua formaat in tussen de kwak en de ralreiger. De vogel heeft zwarte poten met gele tenen en een lange witte kuif (in de zomer). De kleine zilverreiger is 55-65 cm lang en heeft een spanwijdte van 88 tot 106 cm. Hij lijkt erg op de grote zilverreiger, maar die is gemiddeld 30 cm langer (90 cm, spanwijdte 150 cm, zo groot als een blauwe reiger), heeft zwarte tenen en in de zomer is de snavel van de grote zilverreiger geel.
Grootte
55 - 65 cm
Habitat
Het leefgebied van de kleine zilverreiger varieert sterk, en omvat de oevers van meren, rivieren, kanalen, vijvers, lagunes, moerassen en overstroomd land, waarbij de vogel de voorkeur geeft aan open locaties boven dichte dekking. Aan de kust bewoont het mangrovegebieden, moerassen, slikken, zandstranden en riffen. Rijstvelden zijn een belangrijke habitat in Italië, en kust- en mangrovegebieden zijn belangrijk in Afrika. De vogel beweegt zich vaak tussen vee of andere hoefdieren.
Soort voeding
Piscivoor
Mensen Vragen Vaak
Algemene Informatie
Gedrag
Het is een vogel van draslanden zoals lagunes, meren, plassen en rivieren. De vogel broedt in dicht moerasbos, vaak in gezelschap van andere reigers en andere watervogels.. Het nest bestaat uit takken, bladeren en veren en wordt voornamelijk gemaakt in bomen en flinke struiken. Soms wordt op de grond of in het riet genesteld. Het mannetje verzamelt het materiaal waarmee het vrouwtje het nest maakt. Ze legt 3 à 4 lichtblauw-groene eieren. De eieren worden zowel door het mannetje als het vrouwtje uitgebroed. Na een broedperiode van 20 tot 26 dagen komen de eieren uit. Na 20 tot 25 dagen zitten de jongen volledig in de veren en kunnen ze het nest verlaten. Na anderhalve maand kunnen de jonge vogels zelfstandig leven. Het voedsel wordt in ondiep water druk heen en weer wadend gezocht, en bestaat uit visjes, insecten, weekdieren en kikkers. Aan de kust worden veel garnalen en kreeftjes gegeten. In milde winters blijven vele kleine zilverreigers in soms in Nederland of trekken naar Zuid-Europa. In strenge winters gaan ze in grote getale verder, van Noord-Afrika tot Senegal, Kameroen en Kenia. De kleine zilverreiger trekt overdag, vaak in kleine groepen. In Nederland keren ze in maart of april terug.
Distributie Gebied
Het broedgebied van het westerse ras (E. g. Garzetta) omvat Zuid-Europa, het Midden-Oosten, een groot deel van Afrika en Zuid-Azië. Het oostelijke ras (E. g. Nigripes) is woonachtig in Indonesië en Nieuw-Guinea, terwijl E. g. immaculata leeft in Australië en Nieuw-Zeeland, maar broedt niet in de laatste. De vogels hebben zich sindsdien elders in het Caribisch gebied en aan de Atlantische kust van de Verenigde Staten verspreid.
Soort Status
Wereldwijd wordt de kleine zilverreiger niet vermeld als een bedreigde soort en heeft het zijn assortiment de afgelopen decennia zelfs uitgebreid. De Internationale Unie voor het behoud van de natuur stelt dat hun brede verspreiding en grote totale populatie betekent dat ze een soort zijn die hen "de minste zorg" bezorgt.
Photo By Gioxe , used under CC-BY-SA-4.0 /Cropped and compressed from original
Scientific Classification
Phylum
Chordadieren Klasse
Vogels Classificatie
Pelecaniformes Familie
Reigers Genus
Egretta Species
Kleine Zilverreiger