Dwergpinguïn
Een soort van Eudyptula Wetenschappelijke naam : Eudyptula minor Genus : Eudyptula
Dwergpinguïn, Een soort van Eudyptula
Botanische naam: Eudyptula minor
Genus: Eudyptula
Photo By JJ Harrison , used under CC-BY-SA-3.0 /Cropped and compressed from original
Beschrijvingen
De dwergpinguïn is - zoals zijn naam al aangeeft - de kleinste pinguïnsoort, die te herkennen is aan zijn donkerblauwe verenkleed. Het zijn monogame vogels die vaak in grote koloniën broeden. Het is de enige pinguïn die meerdere malen per broedseizoen eieren kan leggen, maar dit komt zelden voor.
Grootte
30 cm
Nestlocatie
Hol
Voedingsgewoonten
De dwergpinguïn is een voedsel-opportunist: een dier dat (bijna) alles eet wat voor handen is. Hun belangrijkste voedsel bestaat met name uit jonge scholenvissen als sardines en ansjovis. Bij een gebrek hieraan eten ze ook jonge rode kabeljauw, barracuda, blauwbaars en blauwe grenadier. Daarnaast eet de dwergpinguïn af en toe inktvis, krill, krabben larven en zeepaardjes. De prooi wordt in zijn geheel doorgeslikt. Dwergpinguïns zoeken vaak prooi in ondiep water. Ze maken korte duiken van ongeveer 24 seconden, vaak tussen de 5 à 30 m diep en heel af en toe uit tot 60 meten diep. Sommige dwergpinguïns keren het hele jaar steeds weer naar hun holen terug, maar de meeste blijven in de herfst- en winterperiode in de zee. De beschikbaarheid en de hoeveelheid energie die dwergpinguïns steken in het vangen van prooi, beïnvloeden het broedsucces. Jaren met een slecht broedsucces bij Phillipeiland zijn meestal geassocieerd met de afwezigheid van sardines in de voeding. Dwergpinguïns jagen vaak in groep, waarbij ze mogelijk samenwerken om een school vissen te concentreren.
Habitat
De kleine pinguïn broedt langs de hele kustlijn van Nieuw-Zeeland (inclusief de Chatham-eilanden) en Zuid-Australië (inclusief ongeveer 20.000 paren op Babel Island).
Soort voeding
Piscivoor
Mensen Vragen Vaak
Algemene Informatie
Gedrag
Kleine pinguïns zijn overdag actief en brengen, net als veel pinguïnsoorten, het grootste deel van hun dag door met zwemmen en foerageren op zee. Tijdens de broed- en kuikenopfokseizoenen verlaten kleine pinguïns hun nest bij zonsopgang, zoeken de hele dag naar voedsel en keren net na zonsondergang terug naar hun nesten. Kleine pinguïns poetsen hun veren om ze waterdicht te houden. Ze doen dit door een klein druppeltje olie op elke veer te wrijven vanuit een speciale klier boven de staart.
Distributie Gebied
De kleine pinguïn broedt langs de hele kustlijn van Nieuw-Zeeland (inclusief de Chatham-eilanden) en Zuid-Australië (inclusief ongeveer 20.000 paren op Babel Island). Australische kolonies bestaan in New South Wales, Victoria, Tasmanië, Zuid-Australië, West-Australië en het Jervis Bay Territory.
Soort Status
Kleine pinguïns worden beschermd tegen verschillende bedreigingen onder verschillende wetgeving in verschillende jurisdicties. De onderstaande tabel is mogelijk niet volledig.
Photo By JJ Harrison , used under CC-BY-SA-3.0 /Cropped and compressed from original
Scientific Classification
Phylum
Chordadieren Klasse
Vogels Classificatie
Sphenisciformes Familie
Pinguïns Genus
Eudyptula Species
Dwergpinguïn