Dwerguil
Een soort van Glaucidium Wetenschappelijke naam : Glaucidium passerinum Genus : Glaucidium
Dwerguil, Een soort van Glaucidium
Botanische naam: Glaucidium passerinum
Genus: Glaucidium
Photo By Adam Kumiszcza , used under CC-BY-SA-3.0 /Cropped and compressed from original
Beschrijvingen
Het passerinum van de wetenschappelijke naam van de dwerguil betekent "als een mus". Deze uil wordt ook wel musuil genoemd (dat is ook zijn Duitse naam). Het is de kleinste uil in Europa. De kabouteruil uit Noord- en Midden-Amerika is nog kleiner. De dwerguil is zo groot als een spreeuw. De mannetjes zijn 16–17 cm groot en de vrouwtjes 2 cm groter. De spanwijdte van de mannetjes is ongeveer 35 cm en die van de vrouwtjes 38 cm. De mannetjes wegen gemiddeld 59 gram. De vrouwtjes wegen voor de aanvang van het broedseizoen ongeveer 99 gram en aan het eind van het broedseizoen ongeveer 69 gram. Het verenkleed is aan de bovenzijde donkerbruin en gevlekt, aan de onderzijde grijswit.
Grootte
17 cm
Kleuren
Bruin
Zwart
Brons
Grijs
Wit
Levensverwachting
7 jaar
Nestlocatie
Holte
Voedingsgewoonten
Dwerguilen eten vooral insecten, zangvogels en muizen. Ondanks zijn geringe formaat is het een felle jager die vogels aanvalt die even groot als de uil zelf zijn of soms groter. Er zijn 50 verschillende soorten vogels waargenomen in het dieet van de dwerguil.
Habitat
Deze uil komt voornamelijk voor in naaldbossen van de taiga en hoger gelegen berggebieden met naald- en gemengde bossen. Deze gebieden hebben over het algemeen koelere temperaturen en meer regen dan nabijgelegen laaglandgebieden. De uil leeft meestal langs de randen van open plekken omringd door vochtig of moerassig land, meestal met een waterbron in de buurt. Het nestelt zich in oude spechtgaten, vaak die van de grote bonte specht.
Soort voeding
Carnivoor
Algemene Informatie
Distributie Gebied
Het is een uil van oude naaldbossen of naaldbos gemengd met loofbos. In Europa zijn dat de bossen in Scandinavië en de bossen op hellingen van de middelgebergten in Midden- en Zuidoost-Europa vanaf ca. 600 m boven de zeespiegel. Tussen 2002 en 2014 waren er zeven bevestigde waarnemingen van de dwerguil in Nederland en sinds 2013 broeden ze ook in de Hoge Venen te België. Mogelijk breidt de dwerguil zijn broedgebied uit naar bossen op lagere hoogte. Zo broedt de dwerguil in Duitsland in het Sauerland, iets meer dan 100 km van de Nederlandse grens. De uil broedt in boomholten die door spechten zijn gemaakt. Er worden twee ondersoorten onderscheiden: G. p. passerinum: van centraal en noordelijk Europa tot zuidwestelijk Siberië. G. p. orientale: c en e Siberië, Mongolië en noordoostelijk China.
Soort Status
De grootte van de populatie werd in 2004 geschat op 0,3 tot 1,5 miljoen individuen. Men veronderstelt dat de soort in aantal stabiel is. Om deze redenen staat de dwerguil als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.
Photo By Adam Kumiszcza , used under CC-BY-SA-3.0 /Cropped and compressed from original
Scientific Classification
Phylum
Chordadieren Klasse
Vogels Classificatie
Uilen Familie
Uilen Genus
Glaucidium Species
Dwerguil