Kroonparelhoen

Het heeft een totale lengte van ongeveer 50 cm en het verenkleed is zwart met witte stippen. Het heeft een kenmerkende gekrulde zwarte kuif boven op de kop, die het eenvoudig onderscheidt van de andere soorten parelhoenders, behalve het kuifparelhoen. De nominate ondersoort kan worden aangetroffen in Oost-Afrika van Somalië tot Tanzania, en wordt gekenmerkt door een blauwe nek en uitgebreid rood in het gelaat. Het wordt soms beschouwd als een monotypische soort, het Keniaanse kroonparelhoen, waardoor het overgebleven ondersoort de gewone naam kroonparelhoen behoudt, maar onder de wetenschappelijke naam Guttera edouardi. Deze ondersoort kan worden aangetroffen in Zuidelijk-, Centraal- en West-Afrika, en wordt gekenmerkt door een blauwachtig gelaat en nek, al is de achterkant van de nek vaalgrijs in sommige ondersoorten en de hals rood in andere.