Langstaartklauwier
Een soort van Lanius Wetenschappelijke naam : Lanius schach Genus : Lanius
Langstaartklauwier, Een soort van Lanius
Botanische naam: Lanius schach
Genus: Lanius
Photo By Lip Kee , used under CC-BY-SA-2.0 /Cropped and compressed from original
Beschrijvingen
De langstaartklauwier is gemiddeld 25 cm lang. De vogel is grijs op de rug en een deel van de nek en kop. In zit heeft de vogel een roodbruine dekveren op de vleugel en zwarte hand- en armpennen. In vlucht hebben alle ondersoorten duidelijke witte vlekken op de vleugel. Hij heeft een lange, zwarte staart met bruine buitenste staartpennen. De vogel heeft een breed zwart "masker" rond het oog dat doorloopt tot het voorhoofd. De ondersoorten L. s. nasutus en L. s. tricolor hebben een volledig zwarte kopkap. Er bestaat geen verschil in verenkleed tussen de seksen. Onvolwassen vogels zijn "geschubd".
Grootte
25 cm
Kleuren
Zwart
Grijs
Wit
Oranje
Nestlocatie
Boom
Habitat
Het komt voornamelijk voor in struikgewas en open habitats. Ze worden aangetroffen in struikgewas, grasland en open land in cultuur. Een onderzoek in Zuid-India wees uit dat ze een van de meest voorkomende overwinterende klauwieren waren en ze werden aangetroffen met een lineaire dichtheid langs bermen van ongeveer 0,58 per kilometer, waarbij vaak draden werden gekozen om op te hangen.
Soort voeding
Carnivoor
Mensen Vragen Vaak
Algemene Informatie
Gedrag
Deze vogel heeft een karakteristieke rechtopstaande "klauwier" houding wanneer hij op een struik zit, vanwaar hij onder een hoek naar beneden glijdt om hagedissen, grote insecten, kleine vogels en knaagdieren te vangen. Ze onderhouden voedingsgebieden en worden meestal alleen of in paren gevonden die goed uit elkaar staan. Er is waargenomen dat verschillende leden zich overgaven aan speelgedrag terwijl ze vechten om zitstokken.
Distributie Gebied
De ondersoorten hebben de volgende broedgebieden: L. s. schach – De nominaat komt voor in Midden- en Zuidoost-China tot in Noord-Vietnam. Ondersoorten: L. s. nasutus Scopoli, 1780 – Filipijnen behalve de Sulu-eilnanden L. s. bentet Horsfield, 1822 – van het schiereiland Malakka tot de Kleine Soenda-eilanden L. s. erythronotus (Vigors, 1831) – Zuid-Kazachstan, Noordoost-Iran, Afghanistan, Pakistan en Noord- en Midden-India L. s. tricolor Hodgson, 1837 – Nepal, Noordoost-India, Myanmar, Thailand, Laos en Zuid-China L. s. caniceps Blyth, 1846 – West-, Midden- en Zuid-India en Sri Lanka L. s. longicaudatus Ogilvie-Grant, 1902 – Midden- en Zuidoost-Thailand tot het zuiden van Laos L. s. suluensis (Mearns, 1905) – Sulu-eilanden L. s. stresemanni Mertens, 1923 – Oost-Nieuw-Guinea De langstaartklauweier komt voornamelijk voor in open gebieden en in landschappen met struikgewas. Populaties die voorkomen in streken met een gematigd klimaat zoals bijvoorbeeld L. s. sachs, trekken in de winter naar streken met een tropisch klimaat. L. s. sachs is daarom een weinig voorkomende wintergast op Borneo, terwijl L. s. bentet in het zuiden van Borneo (Kalimantan) een standvogel is.
Soort Status
Niet wereldwijd bedreigd.
Photo By Lip Kee , used under CC-BY-SA-2.0 /Cropped and compressed from original
Scientific Classification
Phylum
Chordadieren Klasse
Vogels Classificatie
Zangvogels Familie
Klauwieren Genus
Lanius Species
Langstaartklauwier