Ringmus
Een soort van Passer Wetenschappelijke naam : Passer montanus Genus : Passer
Ringmus, Een soort van Passer
Botanische naam: Passer montanus
Genus: Passer
Beschrijvingen
De ringmus is een kleine zangvogel die zich onderscheidt van de huismus door zijn bruine kruin en zwarte wangvlek. Bovendien komt hij vrijwel niet in dichtbevolkte, stedelijke gebieden voor en fladdert hij liever rondom boerderijen. Door de intensivering van de landbouw en minder beschikbare broedplaatsen is de populatie van de ringmus in Nederland sinds 1990 echter sterk afgenomen.
Grootte
23 - 24 cm
Levensverwachting
10 jaar
Nestlocatie
Holte
Nestgrootte
4 - 7 eieren
Voedingsgewoonten
De Euraziatische boommus is een overwegend zaad- en graanetende vogel die zich voedt op de grond in kuddes, vaak met huismussen, vinken of gorzen. Hij eet onkruidzaden, zoals vogelmuur en ganzenvoet, gemorst graan, en hij kan ook voerstations bezoeken, vooral voor pinda's. Het voedt zich ook met ongewervelde dieren, vooral tijdens het broedseizoen, wanneer de jongen voornamelijk dierlijk voedsel krijgen; er zijn insecten, pissebedden, duizendpoten, duizendpoten, spinnen en hooiwagens voor nodig.
Habitat
Binnen het beperkte Amerikaanse bereik van ongeveer 22.000 vierkante kilometer (8.500 vierkante mijl), en wordt voornamelijk gevonden in parken, boerderijen en landelijke bossen. In Europa wordt het vaak aangetroffen aan kusten met kliffen, in lege gebouwen, in knotwilgen langs langzame waterlopen of in open landschap met kleine geïsoleerde stukken bos. De Euraziatische boommus vertoont een sterke voorkeur voor nestplaatsen in de buurt van wetlandhabitats en vermijdt broeden op intensief beheerde gemengde landbouwgrond.
Soort voeding
Granivoor
Mensen Vragen Vaak
Algemene Informatie
Gedrag
Het voedsel bestaat uit zaden, graan, insecten en larven.
Distributie Gebied
De soort telt negen ondersoorten: P. m. montanus: van Europa via noordelijk en centraal Azië tot noordoostelijk Siberië en noordoostelijk Mongolië. P. m. dybowskii: zuidoostelijk Siberië, noordoostelijk China en noordelijk Korea. P. m. transcaucasicus: van oostelijk Turkije, de Kaukasus tot Armenië en Iran. P. m. kansuensis: het noordelijke deel van Centraal-China. P. m. dilutus: van zuidelijk Kazachstan en oostelijk Iran tot noordwestelijk China en zuidelijk Mongolië. P. m. tibetanus: van Tibet tot centraal China. P. m. saturatus: van Sachalin en de Koerilen en Japan via oostelijk China naar Taiwan en de noordelijke Filipijnen. P. m. hepaticus: noordoostelijk India, zuidoostelijk Tibet en Myanmar. P. m. malaccensis: zuidelijk China, Zuidoost-Azië, Sumatra, Java en de zuidelijke Filipijnen. De ringmus is een broedvogel die graag nestelt in holten van bomen in de buurt van boerderijen en in parken, akkers en weilanden. Het merendeel van de ringmussen is standvogel, sommige Nederlandse ringmussen gaan in de winter zwerven (naar bijvoorbeeld Frankrijk). Andere ringmussen komen juist van Noord- en Oost-Europa naar Nederland.
Soort Status
De soort staat als niet bedreigd op de internationale Rode Lijst van de IUCN. De vogel kent een groot verspreidingsgebied heeft dat reikt van Ierland in Europa tot een groot deel van Azië waaronder Japan en de Indische Archipel.
Scientific Classification
Phylum
Chordadieren Klasse
Vogels Classificatie
Zangvogels Familie
Mussen Genus
Passer Species
Ringmus