Aalscholver
Een soort van Phalacrocorax Wetenschappelijke naam : Phalacrocorax carbo Genus : Phalacrocorax
Aalscholver, Een soort van Phalacrocorax
Botanische naam: Phalacrocorax carbo
Genus: Phalacrocorax
Beschrijvingen
De welbekende en veelvoorkomende aalscholver is een grote watervogel met een grotendeels zwart verenkleed. Hij leeft van de visvangst en gebruikt daarvoor handig zijn gehaakte snavel. Hoewel hij tijdens het jagen op het water te vinden is, besteed hij het grootste gedeelte van de tijd op het land om uit te rusten en zijn veren te drogen.
Grootte
84 - 90 cm
Nestlocatie
Klif
Nestgrootte
1 - 7 eieren
Voedingsgewoonten
Het voedsel bestaat uit levende vis, zoals voorn, baars, snoekbaars en paling. Een aalscholver eet dagelijks zeker 500 gram vis. Dit kan in de broedtijd oplopen tot 1000 gram per vogel als er de zorg is voor een nest met drie halfvolgroeide jongen. Daarom wordt de aalscholver door beroepsvissers wel beschouwd als een van de oorzaken van de achteruitgang van de palingstand, maar ieder wetenschappelijk bewijs daarvoor ontbreekt.
Soort voeding
Piscivoor
Mensen Vragen Vaak
Algemene Informatie
Gedrag
De aalscholver zit vaak met uitgespreide vleugels op een paaltje bij het water. Het gaat hierbij voornamelijk om het laten drogen van hun verenkleed. De theorie dat dit samenhangt met een te kleine of gebrekkig functionerende vetklier in vergelijking met andere watervogels is volgens Sellers (1995) onjuist. Vogels die aan de kost komen door te duiken mogen geen al te groot drijfvermogen hebben. Hun anatomie kenmerkt zich dan ook meestal door zwaardere botten dan bij de doorsnee vogel, en kleinere luchtkamers. Daarnaast persen deze vogels lucht uit hun veren. Aalscholvers en de nauw verwante slangenhalsvogels gaan nog verder – zij laten hun verenpak nat worden. De baarden aan hun veren staan betrekkelijk ver uit elkaar, zodat binnendringend water vrij spel krijgt en alle lucht verdwijnt. Dat lijkt een behoorlijk nadeel – veel watervogels hebben juist voordeel van een goed isolerend verenpak. Aalscholvers duiken echter vaak diep en jagen langdurig achter vis aan. Doorweekt gaat dat gemakkelijker, er is minder opwaartse druk. De ver naar achter geplaatste poten stoot de vogel bij het duiken gelijktijdig naar achteren, zodat hij zich wat schoksgewijs verplaatst.
Distributie Gebied
De aalscholver is deels een trekvogel. Er zijn op de wereld dertig soorten aalscholvers. In Noord-Amerika komt hij voor rond de Baai van St. Laurens. De aalscholver komt ook in Israël vrij algemeen voor, vooral bij bepaalde binnenwateren, zoals de Zee van Galilea. In Zuidoost-Azië worden tamme aalscholvers gebruikt om vissen te vangen voor hun baas. Zijn spitse, haakvormige snavel maakt hem tot een goede visser, en reeds in oude tijden werden aalscholvers door vissers in de Oriënt en in delen van India voor de visvangst afgericht, waarbij er een ring vrij los om de hals van de vogel werd gedaan zodat hij alleen maar heel kleine vissen kon doorslikken. Avibase erkent 4 ondersoorten: P. c. carbo: van de noordoostelijke Verenigde Staten en oostelijk Canada tot westelijk Europa. P. c. hanedae: Japan. P. c. novaehollandiae: Australië en Nieuw-Zeeland. P. c. sinensis: van Centraal-Europa tot India en China. Ook de erg nauw verwante witborstaalscholver (Phalacrocorax lucidus) wordt soms tot deze soort gerekend. De aalscholver is een beschermde vogelsoort krachtens de Europese Vogelrichtlijn, de Bern-conventie en het AEWA-verdrag.
Scientific Classification
Phylum
Chordadieren Klasse
Vogels Classificatie
Suliformes Familie
Aalscholvers Genus
Phalacrocorax Species
Aalscholver