Bladkoning
Een soort van Boszangers Wetenschappelijke naam : Phylloscopus inornatus Genus : Boszangers
Bladkoning, Een soort van Boszangers
Botanische naam: Phylloscopus inornatus
Genus: Boszangers
Photo By E.HOBA , used under CC-BY-SA-2.0 /Cropped and compressed from original
Beschrijvingen
De bladkoning wordt tussen de 9 en 10,5 cm lang en zit daarmee qua grootte tussen het goudhaantje (Regulus regulus) en de tjiftjaf (Phylloscopus collybita) in. Hij heeft een mosgroene bovenzijde, een donkere oogstreep en een opvallende, lichtgele wenkbrauwstreep. Heeft ook twee brede, lichtgele vleugelstrepen. De stuit, buik, borst en keel zijn witachtig. Heeft geen gele stuit en ook geen gele kruinstreep, wat de soort van de gelijkende Pallas' boszanger (Phylloscopus proregulus) onderscheidt. Ook de Swinhoes boszanger (Phylloscopus trochiloides plumbeitarsus) lijkt veel op de bladkoning. De Swinhoes boszanger heeft echter meer uniform gekleurde tertials en een bleek-gekleurde ondersnavel. De ondersnavel van de bladkoning is donkerder. De bladkoning lijkt nog sterker op de Humes bladkoning (Phylloscopus humei) en hun verspreidingsgebieden overlappen in het uiterste zuidoosten van zijn broedgebied. Ze zijn in het veld moeilijk te onderscheiden op basis van het verenkleed en kunnen het best aan de hand van het geluid uit elkaar gehouden worden. De bovenzijde van de Humes bladkoning is iets doffer en hij heeft een wat donkerdere snavel. De bladkoning bidt soms even in de lucht om insecten te vangen.
Grootte
11 cm
Kleuren
Zwart
Groen
Geel
Grijs
Wit
Voedingsgewoonten
De bladkoning eet insecten, spinnen en soms ook zaadjes.
Soort voeding
Insectivoor
Mensen Vragen Vaak
Algemene Informatie
Distributie Gebied
Het broedgebied strekt zich uit van de Voor-Oeral tot aan het Tsjoektsjenschiereiland en de Zee van Ochotsk. Komt in het Europese deel van zijn verspreidingsgebied voor tot aan de bovenloop van de rivier Petsjora. In Europa is het aantal broedparen laag, maar ten oosten van de Oeral is hij vrij algemeen. Het overgrote deel van het verspreidingsgebied bevindt zich in Rusland, maar broedt ook in het Hentigebergte in het noorden van Mongolië. De dichtheid aan bladkoningen is hier echter lager dan in de Siberische taigabossen. De zuidgrens van het verspreidingsgebied is over het algemeen dunbevolkt. Trekt tussen augustus en begin september weg uit de broedgebieden en overwintert in het zuiden en zuidoosten van Azië. In de landen rondom de Oostzee en Noordzee worden bladkoningen in het najaar in toenemende mate gezien. De meeste waarnemingen worden tussen half september en november gedaan. De soort is nog steeds zeldzaam, maar wordt ook jaarlijks in Nederland waargenomen. Meestal gaat het om tientallen exemplaren (soms zelfs meer) en ze worden vooral op de Waddeneilanden en langs de Noordzeekust gezien. In het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Frankrijk zijn de aantallen dusdanig hoog dat ze al niet meer als zeldzaamheid worden beschouwd. Het feit dat bladkoningen zo regelmatig en in hoge aantallen richting het westen trekken is opmerkelijk, omdat de gebruikelijke overwinteringsgebieden op meer dan 7000 km afstand liggen. Dit fenomeen wordt omgekeerde migratie of soms omgekeerde misoriëntatie genoemd en komt ook voor bij andere Siberische soorten als de Pallas' boszanger. Het mechanisme daar achter is nog grotendeels onbekend.
Soort Status
Niet wereldwijd bedreigd.
Photo By E.HOBA , used under CC-BY-SA-2.0 /Cropped and compressed from original
Scientific Classification
Phylum
Chordadieren Klasse
Vogels Classificatie
Zangvogels Familie
Boszangers Genus
Boszangers Species
Bladkoning