Struisvogel
Een soort van Struisvogels Wetenschappelijke naam : Struthio camelus Genus : Struisvogels
Struisvogel, Een soort van Struisvogels
Botanische naam: Struthio camelus
Genus: Struisvogels
Photo By Z28scrambler , used under CC-BY-SA-4.0 /Cropped and compressed from original
Beschrijvingen
De struisvogel is de grootste en zwaarste hedendaagse vogelsoort. Volwassen mannetjes kunnen tot 2,75 meter hoog en 155 kilogram zwaar worden, maar gemiddeld 1,80 tot 2,10 meter; vrouwtjes zijn iets kleiner en lichter, tot 1,90 meter hoog en 110 kilogram zwaar. De struisvogel heeft krachtige, lange en onbevederde poten. Er zijn aan elke poot twee tenen (de enige vogelsoort met dit aantal), waarvan een grote, sterke met een nagel van 10 cm en een kleinere zonder. De grote teen wordt gebruikt bij het rennen. Struisvogels hebben een relatief kleine kop, maar erg grote ogen. Met een diameter van 50 mm zijn het zelfs de grootste ogen van alle landdieren. De lange, kale nek vertegenwoordigt bijna de helft van de lichaamslengte. Het lijf is bedekt met veren (geen donsveren). Het verenkleed van het mannetje is voor het grootste deel zwart, maar heeft witte vleugeleinden. De staart is in de regel wit tot grijs, maar een ondersoort heeft een kaneelbruine staart. De kop, nek en poten zijn voor het grootste deel ongevederd en grijs tot blauw van kleur. Het vrouwtje en onvolwassen dieren zijn hoofdzakelijk grijsbruin, ook op de licht bevederde kop, nek en poten. De vleugeluiteinden van vrouwtjes zijn vuilwit van kleur. In de voortplantingstijd verkleuren de nek en de poten van het mannetje. De populaties in Oost- en West-Afrika worden oranjeroze, terwijl in Zuidelijk Afrika de schenen rood kleuren. Het mannetje van een ondersoort, de Somalische struisvogel, heeft een blauwe nek en poten en een rode streep over de schenen. De struisvogel is de snelste vogel op de grond en het snelste landdier op twee poten. De struisvogel kan een snelheid van 50 kilometer per uur over een periode van dertig minuten volhouden. In een korte sprint kan hij zelfs snelheden tot 70 kilometer per uur behalen, waarbij hij stappen maakt van 3,5 meter. Deze snelheid is mogelijk doordat hij energie erg efficiënt in zijn pezen kan opslaan. De hergebruikte energie uit pezen is 83% meer dan bij de mens.
Grootte
1.8 - 2.5 m
Levensverwachting
40 jaar
Voedingsgewoonten
Een struisvogel is een omnivoor. Grassen en kruiden, wortelen, bladeren, bloemen, zaden en vruchten vormen het hoofdonderdeel van het dieet, maar hij eet ook dierlijk materiaal als hagedissen, kikkers, kleine schildpadden en sprinkhanen en andere insecten. Deze dieren, die tussen de planten schuilen, gaan in één keer naar binnen. Zand, stenen en ander hard materiaal (waaronder munten en spijkers) worden ingeslikt om te helpen bij de vertering.
Habitat
Gemeenschappelijke struisvogels bezetten vroeger Afrika ten noorden en ten zuiden van de Sahara, Oost-Afrika, Afrika ten zuiden van de regenwoudgordel en een groot deel van Klein-Azië. Tegenwoordig geven gewone struisvogels de voorkeur aan open land en komen ze voor in de savannes en de Sahel van Afrika, zowel ten noorden als ten zuiden van de equatoriale boszone. In het zuidwesten van Afrika wonen ze in de halfwoestijn of echte woestijn. Gekweekte gewone struisvogels in Australië hebben wilde populaties gevormd. De Arabische struisvogels in het Nabije en Midden-Oosten werden tegen het midden van de 20e eeuw met uitsterven bedreigd. Pogingen om de gewone struisvogel opnieuw in Israël te introduceren zijn mislukt. Struisvogels zijn af en toe gezien op eilanden op de Dahlak-archipel, in de Rode Zee bij Eritrea. Onderzoek uitgevoerd door het Birbal Sahni Institute of Palaeobotany in India vond moleculair bewijs dat struisvogels 25.000 jaar geleden in India leefden. DNA-tests van gefossiliseerde eierschalen die zijn teruggevonden uit acht archeologische vindplaatsen in de staten Rajasthan, Gujarat en Madhya Pradesh, vonden 92% genetische gelijkenis tussen de eierschalen en de Noord-Afrikaanse struisvogel, dus dit kunnen familieleden in de verte zijn geweest.
Soort voeding
Herbivoor
Mensen Vragen Vaak
Algemene Informatie
Gedrag
De struisvogel leeft over het algemeen in paren of kleine groepen van gemiddeld vijf volwassen dieren. Grotere groepen zijn vaak paartjes met een crèche jongen. Vaak zijn struisvogels tezamen met andere savannedieren als zebra's en antilopen te vinden. Dergelijke groepen zien roofdieren eerder aankomen doordat zij elkaars zintuigen aanvullen: struisvogels hebben een beter zichtvermogen, terwijl de hoefdieren een sterk ontwikkelde reukzin hebben. In het paarseizoen vechten de mannetjes met hun sterke poten om de vrouwtjes. Om vrouwtjes voor zich te winnen, voert het mannetje een baltsdans uit. Hij hurkt door zijn poten, spreidt zijn vleugels uit en zwaait zijn felgekleurde nek heen en weer. Het mannetje vormt vervolgens een harem van twee tot zeven (maximaal achttien) vrouwtjes. Een van deze vrouwtjes is het alfavrouwtje. Zij zal de eerste eieren leggen en samen met het mannetje de broedzorg op zich nemen. De lager geplaatste vrouwtjes broeden niet. Het dominante paar wisselt het broeden van elkaar af: het mannetje neemt vaak de nachtdienst. Mocht een roofdier nabij een nest komen, kan een struisvogel opmerkelijk gedrag vertonen, namelijk met de nek languit op de grond liggen om zo minder op te vallen. Het gezamenlijke nest is vrij eenvoudig; het bestaat vaak uit niet meer dan een stuk geschraapte grond. De vrouwtjes leggen elk zo'n 10-15 witte eieren in het nest. Een struisvogelnest bevat daardoor vaak veertig of meer eieren: het record staat op 78. Het broedende dier kan echter slechts ongeveer twintig eieren bedekken, waardoor veel eieren niet uitkomen. Het alfavrouwtje rolt daarom de eieren van andere vrouwtjes naar de rand, zodat in ieder geval haar eieren uitkomen. De niet uitgekomen eieren worden uiteindelijk gegeten door jakhalzen en hyena's. De eieren van de struisvogel zijn groter dan die van ieder ander dier: ze hebben een grootte van 15 bij 12 centimeter en een gewicht van 1,3 kg. Hierdoor is de dooier van het struisvogelei ook de grootste cel van het gehele dierenrijk (als het net bevrucht is). De eieren worden uitgebroed gedurende 40 tot 45 dagen. De jongen zijn nestvlieders, die drie dagen na het uitkomen het nest verlaten en zich verzamelen in een grote crèche, die wordt beschermd door het dominante paar. Bij ontmoeting met een ander paar met jongen zal een gevecht volgen, waarna het winnende paar de crèche van het andere paar overneemt. Op deze manier kunnen groepen ontstaan van soms wel honderd tot driehonderd dieren. Na negen maanden tot een jaar breekt deze crèche op en zijn de dieren zelfstandig. De struisvogel is na drie tot vier jaar geslachtsrijp. De struisvogel kan wel 30 tot 40 jaar oud worden.
Distributie Gebied
De struisvogel kwam oorspronkelijk voor in het grootste deel van het Afrikaanse vasteland (uitgezonderd de Sahara en de regenwoudgordel) en Arabië. Tegenwoordig is de soort vooral te vinden in de Sahel, ten zuiden van de Sahara, in Oost-Afrika en het zuidwesten; ten noorden van de Sahara en in het Midden-Oosten is de soort inmiddels uitgestorven. De struisvogel komt voornamelijk voor in open, halfdroge savannes, kortegraslanden, struikgebieden, halfwoestijnen en woestijnvlakten. Zij zijn niet afhankelijk van waterbronnen. Er worden enkele ondersoorten onderscheiden, die in verenkleed en grootte licht tot vrij sterk van elkaar verschillen. S. c. camelus – van zuidelijk Marokko en Mauritanië tot zuidelijk Egypte en noordelijk en westelijk Ethiopië, Kameroen en noordelijk Oeganda. † S. c. syriacus – Syrië en de Arabische woestijnen. S. c. massaicus – zuidelijk Kenia en centraal Tanzania. S. c. australis – zuidelijk Afrika. S. c. molybdophanes, de Somalische struisvogel – van Somalië, Ethiopië en noordelijk Kenia. Deze laatste ondersoort staat als aparte soort op de IOC World Bird List.
Soort Status
De populatie wilde struisvogels is de afgelopen 200 jaar drastisch afgenomen, met de meeste overlevende vogels in reservaten of op boerderijen. Het bereik blijft echter erg groot (9.800.000 vierkante kilometer (3.800.000 vierkante mijl)), waardoor de IUCN en BirdLife International het als een soort van minste zorg behandelen. Van zijn 5 ondersoorten is de Arabische struisvogel (S. c. Syriacus) rond 1966 uitgestorven en de Noord-Afrikaanse struisvogel (S. c. Camelus) is gedaald tot het punt waar hij nu is opgenomen in CITES-bijlage I en sommigen behandelen het als ernstig bedreigd.
Photo By Z28scrambler , used under CC-BY-SA-4.0 /Cropped and compressed from original
Scientific Classification
Phylum
Chordadieren Klasse
Vogels Classificatie
Struthioniformes Familie
Struisvogels Genus
Struisvogels Species
Struisvogel